Een betere wereld begint bij een hobbyclub.
De huidige maatschappij is een warhoop met goede intenties. We werden als kind afgeleid door romantische en avontuurlijke films en boeken en droomden ervan om later ‘als we groot zijn’ een wetenschapper of astronaut te worden. Als kind streefde je ernaar dat dat een realiteit zou worden. Dit deed je door alle bewegingen te oefenen, dezelfde kleding te dragen, en hetzelfde voedsel te eten. We zijn bijvoorbeeld geïnspireerd door de natuur, en we zeggen nu dat we streven naar ‘circulaire economie’ maar in de realiteit dragen wij kleding, eten wij voedsel, en reizen we waardoor onze voetprint alleen maar groter wordt. Velen van ons zijn vergeten dat de media die ons afleiden van de realiteit niet zomaar fantasieën zijn maar opties. We hebben de kennis en technologie om in een betere wereld te leven, maar toch doen we dat nog niet. Wat houdt ons tegen? Ik werk drie dagen in de week bij het CUBE design museum aan mijn afstudeerproject. Ik vroeg de bezoekers van het museum wat en hoe het anders kan en wie ze daar voor nodig zouden hebben.
Er zijn heel veel verschillende ideologieën, of het nu gaat over politiek of gelijkheid. Er zijn veel dingen die je niet in de hand hebt. Dit gaat om dingen zoals bijvoorbeeld het weer of de rij bij de kassa. Er zijn ook heel veel dingen die je wel in de hand hebt. Dingen zoals nieuwe vaatwasser-blokjes vergeten bij de supermarkt of de trein missen. Daartussenin is een heel groot grijs gebied: dingen waarvan je niet weet hoe je daar verandering in aan kan brengen. Ik denk daarbij gelijk aan mijn appels die helemaal uit Australië komen, of de plastic zakjes die ik altijd mee krijg op de markt. Ik ben benieuwd naar wat dit grijze gebied voor jou betekent. Hoe vinden we focus voor een groter goed, zodat we allemaal streven naar vooruitgang en dat ook daadwerkelijk kunnen bewerkstelligen?
Ik heb verschillende bezoekers van het CUBE design museum gevraagd of het volgens hun beter is om eten te kopen wat niet in plastic verpakt zit; bijna iedereen zei volmondig ja. De volgende vraag die ik stelde was of ze dat ook nastreefden. Het was vaak even stil, veel mensen deden een poging tot maar het lukte nog niet. Ik kreeg het gevoel dat bij de daarop volgende ‘waarom’-vraag mensen zich schuldig voelden. Vaak kochten ze nog eten verpakt in plastic vanwege het gemak of het tijdsgebrek. Iedere bezoeker wist hoe het anders kon. Veel (kleine) veranderingen konden ze zelf al toepassen, soms hadden ze samenwerkingen nodig. Veel mensen zeiden dat ze samenwerkingen met supermarkten of de overheid nodig hadden. Er was één antwoord dat eruit sprong; iemand die zei dat ze misschien kon samenwerken met de hobbyclub. De hobbyclub zou haar precies het bakje voor de appels kunnen maken dat ze nodig heeft en die ze ook kan hergebruiken.
We hebben de kennis en technologie al voor een betere toekomst. We weten wat er anders moet en dat het kan, alleen doen we het nog niet. We kunnen al meer dan 50 jaar naar de maan vliegen, en staan nog steeds in de file op weg naar het werk. Ik vraag me af wat de rol van ontwerpers kan zijn om de veranderingen die we nodig hebben te faciliteren.
Wat vind jij hiervan, laat het me weten, ik ben heel benieuwd.